Tuesday, July 10, 2012

Camping 101

Tsjonge jonge...

Dat is lang geleden! Sinds thanksgiving is er veel gebeurd...heel veel. Maar daarover later meer. Wat nu van belang is dat mijn maandenlange schrijfkriebel eindelijk weer eens omgezet is in niet te negeren jeuk!

Menno en ik hebben namelijk het spannendste tot nu toen in Canada ondernomen: We zijn gaan kamperen. Ja juist, u leest het goed Kam Pe Ren. Menno, Roos, Jura, Nori en Eluin (jaja, ik heb echt nog veel te vertellen). In een tent. Op een camping.

Nu moet ik vermelden dat om succesvol te kunnen kamperen, de trip wel aan een aantal voorwaarden moest voldoen. We hebben namelijk geen auto. Dus moest:

1) De camping met het openbaar vervoer te bereiken zijn
2) Onze kampeeruitrusting moest met de kinderwagen te vervoeren zijn
3) Deze trip gold als generale repetitie voor een kampeer-lang-weekend en mocht dus niet teveel kosten.

Punt 1 en 2 waren binnen een week geregeld, punt 3 is natuurlijk niet gehaald wegens nog immer niet gedicht gat in mijn hand...hoewel het in dit geval meer het gevolg van slechte informatievoorziening was. Op internet vond ik snel een camping die redelijk in de buurt was. Helaas las ik ook de reviews op internet en die beloofden weinig goeds. Maar ach, het ging ons er toch voornamelijk om dat we de tent konden uitproberen. En dan maakt het niet zoveel uit als er bij de "google-reviews" staat dat de camping niet bepaald een familiecamping is, maar meer een plek waar je je roes uitslaapt...

Op zaterdagochtend vertrokken we, bepakt en bezakt. In de wandelwagen werden de tent, 2 2-persoonsluchtbedden, 1 babybedje en onze slaapzak vervoerd. Jura en Nori droegen ieder hun eigen rugzakje met pyjama, schone kleren en knuffels op hun buik. Op hun rug droegen ze allebei hun rugzakje met hun slaapzak erin. Natuurlijk werden de buik-rugzakjes snel gelost en ook aan de wagen gebonden. De reis voerde het eerste stuk met de bus, tot waar de bus de metro kruist. We waren nog maar net van de campus af, toen we een penetrante brandlucht roken. Gelukkig haalde de bus de metrohalte, maar bij die halte besloot de buschauffeur de bus uit dienst te halen wegens oververhitte remmen. Fjieuw, de eerste horde was genomen, we hadden het gered!

De reis naar Surrey verliep prima tot we over zouden stappen op de laatste bus, die ons op 20 minuten van de camping zou brengen. Echter, op de OV-website kun je niet zien wat voor type bus er op een bepaalde lijn rijdt. Helaas pindakaas, de laatste bus die we moesten nemen was een klein busje waar je moeilijk met een wandelwagen in kan. Gelukkig bood de buschauffeur aan om de rolstoellift te laten zakken...ware het niet dat de lift dienst weigerde. Crap... Daar sta je dan, met een volle wandelwagen, 25 mensen achter je in de rij. Afijn, de chauffeur belde haar baas en stelde haar baas voor om een taxi voor ons te regelen, whoei! Klantenbinding in Canada, I love it! Helaas besloot haar baas eerst zelf te komen kijken of hij ons kon helpen. En voor hij er was, stond de volgende bus al voor onze neus, met  werkende rolstoellift.

De camping zelf was inderdaad, euhm, vergane glorie. Het campingwinkeltje, dat volgens de internetbeschrijving brood, melk en snacks zou verkopen, verkocht fris en ijs. Niet echt avondeten dus. Maar, pizza werd er wel bezorgd! Jura, Nori en Menno namen een frisse duik, terwijl Eluin en ik op de pizza wachtten. Met het vallen van de avond, vielen ook de muggen aan, dus zijn we snel in onze 10-persoonstent gekropen. Het nieuw aangeschafte luchtbed van Jura en Nori bleek echter zo lek als een mandje. Nu waren Jura en Nori toch al niet van plan om aan hun kant van de tent te blijven, dus hebben we het scheidingsgordijn maar weer weggehaald en hun matras tegen ons matras aan geschoven.

Eluin sliep als een roosje in haar bedje en Nori en Jura vielen ook in slaap. De camping was volgens de niet bepaald accurate internetomschrijving gunstig gelegen aan de snelweg. Correcter zou het zijn geweest als er gestaan had: De camping ligt op de snelweg, onder het spoor. De hele nacht denderde het verkeer praktisch naast onze tent voorbij. Af en toe reed er een zwaar beladen vrachtwagen over een hobbel, waarbij het klonk alsof er een kanon af ging. Of, zoals Menno in zijn halfslaap zei: "De Amerikanen...de Amerikanen vallen aan!"

Het matras van de meiden was tegen zonsopgang leeg en dus werd Nori wakker. En als Nori wakker is, is er geen slapen meer mogelijk. De iPad bracht soelaas, maar om half 8 werd Eluin moe en besloot Menno met de dames te gaan douchen in de hoop dat ik Eluin in slaap kon borsten. Wat is het toch fijn om borstvoeding te geven, want dat betekende dat ik ook nog even kon soezen! Tot Menno een half uur later met een sip kijkende Jura in de tent stond. Jura had de hele ochtend al buikpijn en had na een rondje speeltuin haar schamele ontbijt eruit gekotst.

Om 9 uur ging de campingwinkel weer open, maar ook toen bleek er geen brood te vinden. Dus hebben we snel de tent opgebroken en zijn weer vertrokken. Nog voor we bij de bushalte waren, sliepen zowel Nori (in de wagen) als Eluin (op mijn buik). De terugreis verliep zonder noemenswaardige strubbelingen en natuurlijk hebben we op weg van de bushalte op de campus naar huis een welverdiend ijsje gegeten.



Het oordeel? Kamperen met het OV kan prima, mits je een leuke camping uitzoekt. Die hebben we inmiddels gevonden en voor aankomend weekend gereserveerd. Het luchtbed kunnen we zonder problemen omruilen voor een nieuwe, dus hopelijk post ik over een paar dagen "Camping 102" To be continued...

No comments:

Post a Comment