Monday, January 31, 2011

15 dagen, 15 observaties

We zijn nu 15 dagen hier, tijd voor een kort overzicht ;-)

17 januari
De bagagekarretjes zijn hier echt groter dan in Nederland

18 januari
Het is altijd de moeite waard om je te verdiepen in de verkeersregels van een land……

19 januari
Als je de ruimte hebt, heeft je hoofd ook meer ruimte

20 januari 
“He, er hangt een vuilniszak in de boom.....o nee, het is een zee-arend!!!!!!!

21 januari
“He, kijk! Een ree....o nee, het is een WOLF!!!

22 januari
Nothing soothes a stressed mind like watching Beluga whales...

23 januari
Dollars hebben dezelfde muntverdeling als onze ouwe, trouwe gulden…alleen de knaken ontbreken!

24 januari
Life’s too short for bad coffee, so thank you, Beanery!

25 januari
Waar mijn duplo staat, is mijn huis

26 januari
Taal is spel...dus waarom worden er niet op grote schaal speelmiddagen op taleninstituten georganiseerd?

27 januari
Wat is het een voorrecht om hier te zijn, wat mis ik mijn familie

28 januari
Aquabus, hoe cool kan het OV zijn!

29 januari
Een bos vol verhalen

30 januari
Boom, berg, oceaan, eiland

31 januari
2 weken = 2 jaar = tijdloos

Saturday, January 29, 2011

Bezoek aan het MOA

Vandaag besloten we op de zoveelste regenachtige dag gebruik te maken van een van de tegoedbonnen van de autoverhuur. De betreffende tegoedbon gaf 1 persoon gratis toegang tot het Museum of Antropology. Dit museum, wat gewoon op de campus, een kwartier lopen vanaf ons huis, ligt, wordt geroemd om de grote collectie native art, oftewel, indianenkunst. Eenmaal aangekomen bij het museum bleek dat werknemers van de universiteit gratis naar binnen mochten. Dus Menno vroeg wat hij in het vervolg mee zou moeten nemen om voor de gratis toegang in aanmerking te komen. De meneer vroeg vervolgens waar hij werkte en toen Menno zei: "The biomedical research centre, i'll be working on immunological research" kreeg Menno meteen een gratis toegangsbewijs, want: "Zoiets verzin je niet, enkel om toegang te krijgen tot een museum" :-)


Het museum is prachtig en heel indrukwekkend. In de grote zaal diverse totempalen, grote houten totemdieren en zelfs een heuse kano. Jura en Nori waren danig onder de indruk van de gigantische cederbomen die tot totem-beren, -adelaars en -wolven vermaakt waren. Vanzelfsprekend vroegen ze ons het hemd van ons lijf. En toen Jura eenmaal doorhad dat op de kaartjes bij de beelden het bijbehorende verhaal stond, wilde ze al helemaal van de hoed en de rand weten. Om onze nachtrust veilig te stellen vrees ik dat ik menig oeroud volksverhaal tot Disney-pulp verlaagd heb, maar Jura en Nori smulden ervan. Bij gebrek aan bordje verzonnen we trouwens gewoon ons eigen verhaal en dat werkte ook prima.


Mij verbaasde het vooral dat ik voor het eerst in jaren weer eens in een museum was wat me raakte in mijn, euhm, ziel? De stijl van weergeven is heel beeldend en heel indringend, je voelt de verhalen van de maker(s) door het hout heen. Dat was trouwens ook iets-anders-dan-anders. Nog nooit ben ik in een beeldentuin (bij gebrek aan een beter woord) geweest waar de sculpturen alleen van hout waren. Daardoor was de hele atmosfeer van het museum veel warmer dan met sculpturen van andere materialen.  Eigenlijk is het heel simpel wat het verschil is. In plaats van door een museum, liep ik door een bos van verhalen.

En dat zette mij ook meteen weer aan het denken, ook omdat er veel werk stond van hedendaagse kunstenaars die door terug te gaan naar de tradities van hun voorvaderen "nieuw" werk maakten. Verhalen vertellen gebeurt niet zoveel meer, lijkt wel. Vaak worden op verjaardagen en etentjes discussies gevoerd en gesprekken over de laatste film/mode/boeken. Toevallig kom ik uit een familie van verhalen vertellers, waarbij vaak dezelfde familieverhalen over en over verteld worden en op die manier hun eigen plek veroverd hebben in onze eigen geschiedenis. Ik ben wel benieuwd hoe een totempaal van onze familie eruit zou zien, met mijn oom die voor het eerst zou gaan zeilen en nooit uit de haven geraakte, mijn vaders onfortuinlijke duik in het zwembad en mijn oma die hoogzwanger voor niets bij de V&D stond door een practical joke van mijn opa. Dat zou mij nou wel leuk lijken :-)

Thursday, January 27, 2011

Een nieuwe start

We zijn er!

Na jaren van dromen, maanden van voorbereiden en dagen van afscheid nemen, stond daar dan op eens het vliegtuig waarin we als gezin op pad gingen naar...Vancouver, BC! Een bestemming gekozen om verschillende, niet altijd even voor de hand liggende redenen. Tijdens onze studie al, was duidelijk dat we ooit een keer "weg" wilden. Voor langere tijd in een ander land wonen. Natuurlijk, Menno was al in Jena geweest voor een paar maanden en ik al in Zuid Afrika, maar dat was allebei voor een korte (nou ja...) tijd.

Uiteindelijk besloten we een paar jaar geleden dat Menno zijn promotie een mooie gelegenheid was om op pad te gaan, hetzij voor een "plan van Roos" hetzij voor een "plan van Menno". Een plan van Menno bleek het meest voor de hand liggend, dus moest er een beslissing genomen worden welke vakgroep waar aangeschreven zou worden. Menno zijn eis was duidelijk: geen franssprekend land. Ik vrees dat ik degene ben geweest die Vancouver opperde. Omdat mijn favoriete schrijver, Douglas Coupland, een Vancouveriaan is. Eentje met liefde voor zijn stad, want in zijn boeken is de stad Vancouver een vaak beschreven achtergrond. Voor wie wil lezen wat ik bedoel, girlfriend in a coma en eleanor rigby zijn 2 boeken waarbij ik viel op de stad...

En nu ik er eenmaal ben? Het ligt voor de hand om constant de vergelijking te maken tussen Canada en Nederland. Maar poeh, dat verveelt snel ;-) Het is hier nu eenmaal anders. Sterker nog, ik ben nog nooit in een stad geweest die ook maar enigszins leek op Vancouver. Het uitzicht over de bergen, de oceaan, de glazen gebouwen, onze mond staat eigenlijk constant open van verbazing. Op de kaart zie je geen hoogteverschillen, dus het was de eerste dagen steeds een complete verrassing welke vista's er voorbij kwamen bij het volgen van de uitgestippelde google-maps-route.

Vancouver is groen. En Vancouver is ruig. Ons huis staat midden tussen de bomen en Jura is compleet in de war *hoe* het nou kan dat het winter is en dat er *toch* nog groene bomen zijn! Overal kun je zien waar de stad ophoudt, behalve als het mistig is en je niet de toppen van de bergen kunt zien. De natuur is altijd in de buurt. UBC, de campus, ligt op de punt van Vancouver, omgeven door de oceaan aan de ene kant en een groot natuurgebied dat de campus van de rest van de stad scheidt. In dit natuurgebied hebben we zelfs al een wolf gezien! In het bos dus, dat grenst aan de woonwijk waar wij wonen. Het feit dat de wildernis zo dichtbij is hier, maakt het echt anders. Een wildernis die erom vraagt verkend te worden met wandelingen, kamperen en campertours.....nu nog de moed vinden om daadwerkelijk tussen de beren te gaan kamperen :-)